Het is druilerig weer op zeven september 1899 te Brussel, de kinderkopjes ogen verraderlijk glad in de Belgische straten.
Verandering van spijs doet eten zegt men weleens, maar Leon mist de zon nu toch enigszins die de afgelopen weken met veel plezier haar schitterende schijnsels speels in het water van de Oostzee liet weerkaatsen.

In gedachten gaat Leon terug naar vorige week waarin hij zich nog als de dag van gisteren kan herinneren. Het was nog vroeg in de ochtend toen de artistieke jonge Spilliaerttelg te voet van huis ging. Trots en gewapend met zijn kalligrafeerpen en Oost-Indische inkt en zwart krijt in zijn linkerhand en papier opgerold onder zijn arm.

Na een uur wandelen arriveerde Leon bij de dijk, de zon was inmiddels opgekomen en hij had eerst genoten van het uitzicht onderwijl etend van zijn gepikte boterham.
Hij herinnert zich hoe heerlijk hij op de dijk in het gras zat, hoe de wind zijn gezicht zachtjes leek te strelen maar vooral hoe hij over de zee uitkeek naar de voorbijgaande schepen.
‘Nog een dag vrij’, verzuchtte Leon, vanaf de volgende morgen zal hij dagelijks een lange route naar Brugge moeten afreizen om aldaar de lessen van Pieter Raoux op de Kunstacademie te volgen.
Doordat de gehele familie van Leon het katholicisme aanbad, werd hij als oudste van zeven kinderen jaren terug als leerling in het Onze-Lieve-Vrouwcollege ondergebracht. Binnen de zwijgende muren van dit klooster was vrijwel direct bekend dat Leon geen denker was maar een artistieke doener.

De gehele zomer had Leon hard gewerkt in de chique doch enigszins muf riekende boekhandel van uitgeverij Edmond Deman om te kunnen sparen voor zijn kunstzinnige opleiding.
Met zijn scherpzinnige grote grijs-blauwe ogen had hij scherp toezicht gehouden hoe een collega hem uitleg gaf op welke wijze de veelal literaire boeken afgestoft behoorden te worden en op welke manier deze op alfabetische volgorde in de enorm hoge, massief eiken wandkasten teruggeplaatst dienden te worden.
Dit gebeurde door te staan op een hoge ladder, die aan een rail bevestigd was en hierdoor verschoven kan worden. Nog nooit had hij zoiets intrigerends en tegelijkertijd imponerends gezien.

Na enige tijd doorgebracht te hebben tussen de boeken bleek meneer Deman erg onder de indruk te zijn van Leons volbrachte werk.
Meneer Deman is een kunstkenner en na bekendheid van wederzijdse interesses, zei meneer Deman na het bezichtigen van Leons werk, dat Leon enig potentieel tot kunstenaar bezit. Misschien had meneer Deman daarom wel een streepje met hem voor en was deze hem daarom wel goed gezind en had meneer Deman daarom tegen hem gesproken: ‘Jij bent nog jong, geniet nog maar even van het mooie weer mits jij deze tijd nuttig besteedt met schilderen.’
Met dankbaarheid in zijn grote ogen was Leon naar huis gesneld om zijn materialen bij de hand te nemen.

In stilte was Leon zijn ouderlijk huis naast de aangrenzende kapperszaak / parfumerie van Leonard Hubert Spilliaert binnengeslopen, dikwijls was er een grote kans aanwezig dat hij hier enige tijd zou moeten meewerken.
Bij binnenkomst rook hij vrijwel meteen de zoete doch ook frisse geur van het paradepaardje tussen de werkpaarden onder de parfums.
Voor zijn ouders was een nieuwe werkdag aangebroken. Elke dag besprenkelde zijn moeder de winkel met een verstuiving van ‘Brise d’Ostende’. De familie Spilliaert had zojuist een nieuw parfum ontwikkeld en op de markt gebracht, ‘Brise d’Ostende’ en dit parfum was binnen geringe tijd bekend geraakt binnen Koninklijke poorten.
Sindsdien zijn de ouders van Leon hofleverancier van Koning Leopold de tweede.

Toen hij de desbetreffende ochtend de keuken binnen kwam lopen, langs de massieve eiken tafel, lonkte een boterham toch wel erg verleidelijk vanuit de broodmand in zijn richting, snel gritste hij deze en bedenkelijk gritste hij er toch ook nog maar twee extra mee in een servet voor later.
Een groene glanzende appel schitterde hem pijnlijk in zijn heldere ogen tegemoet.
Dankbaar verwelkomde Leon deze ook binnen zijn lunchpakket voor onderweg vandaag.

Er werd een nieuwe weg geplaveid, een die nieuw bewandelbaar bleek te zijn, maar vooral een breed perspectief zou gaan bieden in de toekomst.
De vrijheid en de frisse lucht die hij voelde en inhaleerde keurde zijn tegendraadsheid van die morgen goed, dat moment, is het moment wat een ieder soms benodigd is, dat was hetgeen wat hij met zo min mogelijk woorden tevens middelen weergaf in zijn nieuwe volbrachte werk, uitgevoerd door vrije literaire realisatie.

Nu zit hij hier hedendaags temidden van de schoolbanken van het mooie Brugge doch wringt er zich een weg naar vrijheid in deze route vol verlangen enigszins bevoelend gevangen. Vastberaden dat hij zijn weg zal vinden in het verwerven van faam pakt Leon zijn zwart krijt weer bij de hand, zijn vingers lijken een nieuw avontuur aan te willen gaan.

EINDE

Winterlandschap / Léon Spilliaert

%d bloggers like this: