Einde van een mooie dag …
Zwart is zijn haar al lang niet meer. Net zo min als dat van de meeste mannen in de zaal. Zilverdraden. Of kale knikkers. In rode pluche.
De vrouw naast hem is in het zwart. The little black dress is ook voor haar generatie de dresscode voor een avondje uit. Haar haarkleur? De kleur die ze zelf kiest. Asblond deze keer. De andere vrouwen variëren in kleur. Van wit tot pikzwart.
Ook de zanger op het podium draagt zwart. Onder zijn grijze kop. Il adore le noir…
Zij heeft hem meegetroond. De man met wie ze al jaren is getrouwd. Om het verleden te laten herleven? De tijd toen ze nog hele nachten uitgingen. Dansten. En dolverliefd slowden. ‘O la la la… O la la la… C’ est magnifique!’
Maar zo voelt hij zich al lang niet meer. Ook niet vanavond. Een zanger is een groep. Een te luid spelende zwart/grijze groep. De after TC Matic-band and friends. De bassen dreunen in zijn oren. Naast tendinitis nu ook tinnitus?
‘Pour sortir le soir…’ Hij stoot haar aan. Verstaan doet ze hem toch niet. ‘Ik ga even naar buiten’, gebaart hij, langs zijn oren weg. Tussen twee nummers in schuifelt hij de rij uit. De donkere zaal uit. De rode hall uit. Het Kursaal uit.
De frisse zeebries lokt hem naar de dijk. Zoals zovelen voor hem. Ook kunstenaars, die hun inspiratie zochten in Oostende. Om hun nachtelijke onrust te bedwingen. Zijn ogen zoeken de zwarte zee met de eindeloze horizon. Het ruisen vult zijn oren…
‘Au secours!’ Een jong meisje vliegt hem bijna rond de nek. Black and white. Witte sneakers. Zwarte skinny jeans. Witte T-shirt met zwarte 0. Of is het een O? Bleke huid. Donkere ogen. Zwart haar, met een pony. ‘Police. Il m’a… !’ Hij verstaat het niet goed. Volé? Violé?
Ze duwt hem een smartphone in de hand. ‘Expliquez.’ Hij houdt het platte ding tegen zijn rechteroor. Zijn beste oor. ‘Hallo.’ ‘Gallo, politie Oostende.’ Hij oriënteert zich snel. Dijk. Casino. Kursaal. De stille astronaut op het dak, die de zee dirigeert…
Haar donkere ogen kijken hem vol vertrouwen aan. Haar redder. Le sauveur.
Hij geeft haar de smartphone, in een zilveren hoesje, terug. Samen zwijgen ze. En staren naar de zee. Als hij een sirene hoort, maakt hij zich stilletjes uit de voeten. Zij blijft verweesd achter. ‘Merci, monsieur’, hoort hij nog achter zich.
De dijk lonkt niet meer. Het Kursaal evenmin. Hij huivert. ‘De muziek is te luid’, legt hij uit aan het zwarte controlemeisje. ‘We hebben oordopjes’, antwoordt Black Beauty. Met paardenstaart.
Hij schuifelt de donkere zaal weer in. Gaat zitten op zijn plaats. In de rij. Naast zijn vrouw. Zij knijpt even in zijn arm. Opgelucht. Hij knikt haar nog even toe. Voor de gele oordoppen zijn oren vullen, zoeken zijn ogen haar ogen.
‘Dans les yeux de ma mère.‘ De la mer…
EINDE
Einde van een mooie dag / Léon Spilliaert