Melopee Melopee Melopee.
Hoe gaat het ook alweer? Hoe gaat het ook alweer?
Ik ben het vergeten. Ik vergeet zoveel de laatste tijd.

3:00
Klokslag 3:00
Ik ben wakker. Weeral. Weeral wakker. Die eindeloze nacht die voor mij ligt. Het overvalt mij. Ik ben bang en ik vergeet te ademen. Positief blijven, positief blijven. Wat is er positief? De rust. EINDELIJK.
De stilte van de nacht. Ik hoor niets buiten. Geen razende auto’s, geen gepraat. Dat eindeloze, rusteloze gepraat. Ik hoor mijn eigen ademhaling. IN UIT.
ffffff

Het stelt mij gerust. Ik adem in en ik adem uit. Ik komt tot rust. Ik voel het golven van mijn buik, mijn borstkas, mijn keel. Een krop in mijn keel ebt langzaam weg. Heel mijn lichaam komt tot rust.
EINDELIJK. Na de drukte van de dag. Al die prikkels overdag. Overprikkeld, overprikkelde maatschappij. Geen moment rust. Druk druk druk druk druk.
Hé ga je mee?
Hé doe je dit?
Hé doe je dat?
Hé hé ….
Altijd maar bezig. Ik wil niet almaar bezig zijn. Ik wil niets kunnen doen, kuieren en luieren. Spelen en lachen als een kind. Dollen. Pret o wat een pret.

Maar het hoofd zit vol met stress … Ik stop met denken. NIETSsssssss, niets, niets in mijn hoofd. Zalig niets in mijn hoofd. De rust, de eeuwige rust. De eeuwige rust van de nacht. De sterren in de nacht op oneindig, oneindig, oneindig. Ik kijk naar de sterrenhemel en zie dezelfde rust. Ik lach, want de sterrenhemel lacht naar mij. Ik kijk ver in de hemel. En ik voel, ik voel, ik voel. Ik ben niet alleen. De stilte van de nacht omvat mij, draagt mij, wiegt mij, neemt mij mee. Licht, ik voel mij licht.
De prachtige, allesomvattende, veilige sterrenhemel. Allemaal lichtjes die glinsteren en twinkelen.
Hoe kan ik mij nog alleen voelen? Als ik kijk naar die allesomvattende sterrenhemel. En het is goed.
Het voelt zalig. Vredig. Vredig? Bestaat dat nog? Vrede is in mij.

Dan sta ik op, de rust is weg. Ik dwaal, ik dwaal op het strand. Het strand van Oostende. Het is koud. Het is koud. Mijn voeten zijn nat. Waarom heb ik geen botten aan? Wat doe ik hier op blote voeten? Wat doe ik hier alleen? Het tranen staat mij dichter dan het lachen. En ik word weer bang en roep. Ik roep, ik huil. Ik huil omdat ik getroost wil worden. Ik voel mij bewolkt. Ik voel mij bewolkt onder de sterrenhemel. Het doet pijn, het doet overal pijn. Van mijn achillespees, tot mijn navel, tot mijn thorax, tot mijn stembanden. Het doet pijn, lichamelijk pijn. Mijn lichaam kreunt. Ik begin te kreunen. Ik zing de pijnen van mijn lichaam. Ik huil. Ik huil omdat ik getroost wil worden. En de hemel hoort mij en kalmeert. Ik kom terug tot rust.

Ik adem in en ik adem uit.

En ik zing. Ik kijk naar de sterrenhemel en ik probeer die ene noot te vinden. Het klinkt als OOOOOOO. MELOpeee Meeeelopeee Meloooopeee Meloooopee. Het geluid, het licht, het water, het zand en mezelf. Rust.

Ondertussen wordt het licht. Eindelijk het zonlicht. Ik kan opstaan en mijzelf in de spiegel kijken en glimlachen. Want alles komt goed. ALLES KOMT GOED. Dat is gewoon zo.

EINDE

De nacht / Léon Spilliaert

%d bloggers like this: